Grip op groei

Met onze vakcollega’s gingen wij voor de zomervakantie weer de gymzaal in. Hier wordt er gewerkt aan de basis praktijkkennis en proberen deze kennis verder uit te bouwen. Met als doel elkaar te stimuleren en inspireren om nieuw verworven onderdelen te gaan toepassen in de gymles of op de BSO.

Kleutergymnastiek vervolg

De laatste sessie ging over kleutergym. Door het enthousiasme van de vorige sessie, was er geen tijd meer om een klassikaal en coöperatief onderdeel met een parachute te doen. De meeste locaties hebben een dergelijk doek of parachute, maar wat je ermee kunt doen blijft voor sommige collega’s een vraag. Een gemiste kans, dus hebben wij met elkaar verschillende oefeningen gedraaid waar het gaat over samenwerken voor groep 1 tot en met groep 8.

Coöperatief

Hiermee wordt samenwerken bedoelt en/of het werken in groepsverband tot het komen van een gezamenlijk doel. Vanuit het vakgebied van de vakdocent bewegingsonderwijs zijn de collega’s opgeleid om te werken met leerlingen aan het (beter) leren bewegen, ontwikkelen van hun coördinatie en het komen van kleine (of grote) succesmomentjes in bewegen en sport. Echter, om je goed te kunnen ontwikkelen, heb je meer nodig dan de juiste spullen of goed uitgezette les. Sporten is vaak samen bewegen en waar samen bewogen wordt, heb je te maken met ‘de ander’. Emoties, reacties, vrienden/vriendinnen, groepsverband, spelen onder andere een rol, het veilig genoeg voelen om een uitdaging aan te gaan. Reden genoeg om je als docent naast je inhoudelijke gymles ook te buigen over hoe de klas zich gedraagt naar elkaar, zogezegd: het pedagogische klimaat.

Sporten kan in dit geval ook ingezet worden als middel om de klas beter bijeen te krijgen. Denk maar aan alle bedrijfsuitjes voor teambuilding. Deze teambuilding voor kinderen helpt bij het maken van afspraken, leert iets over emotie reguleren of hoe iemand zich verhoudt in een groep (leiders, supporters of andere rollen binnen een groep). Deze informatie kan de docent helpen om zijn les slimmer in te delen of gerichte afspraken te maken bij ongewenst gedrag. Een coöperatief spel kan dit gedrag uitlokken en meer inzicht geven aan leerlingen en docent.  De kracht van een samenwerkingsspel mag niet onderschat worden en is, naast het parachute spel voor alle leeftijden, ook een belangrijk terugkerend onderwerp in onze sessie.

Turnonderdelen vanaf de basis

Terug naar deze praktijksessie. Na het parachute onderdeel en een klein groepsspel genaamd ‘Ridders en Draken’ was het de beurt aan onze collega’s. De opdracht was het kiezen van een basis turnonderdeel en deze in een groepje verder uitwerken in beweegniveaus (levels, zie ook het artikel ‘Level-Up’) met praktijkvoorbeelden. Het doel hiervan is de kennis van elk gekozen onderdeel vergroten en ook kritisch te kijken naar waar je didactisch op let (de wetenschap van hoe je iets leert). Onderdelen die gepasseerd zijn; de radslag, handstand en touwzwaaien.

Volgende sessie

Voor de volgende sessie haken wij in op deze coöperatieve spelen en komen er verschillende klassikale spelen voorbij ter inspiratie. Verder komt het uitwerken van turnonderdelen weer aan bod en behandelen onder andere het steunzwaaien en hangend zwaaien.