Gezond bewegen? Dat begint met plezier!

In het diverse sport- en bewegingsprogramma’s dat wij aanbieden, zoals lessen in het bewegingsonderwijs, tijdens de beweegmomenten op de sport-BSO, tijdens AZC Sportinstuiven en Gecombineerde Leefstijlinterventie (GLI) groepen, zijn veiligheid, kwaliteit, betrokkenheid en gespecialiseerde docenten cruciale pijlers voor succes. Hieronder is een korte toelichting te lezen op deze pijlers. Sportservice Groep vindt dit ontzettend belangrijk en deze komen ook terug in de kernwaarden van de organisatie.

Veiligheid

Een veilige sportomgeving is essentieel om blessures te voorkomen en deelnemers een gevoel van vertrouwen te geven. Dit omvat zowel fysieke veiligheid, zoals goed onderhouden materialen en faciliteiten, als emotionele veiligheid, waarbij respect en inclusiviteit centraal staan. Bij de GLI groepen is het belangrijk dat de deelnemers bewegen naar wat zij kunnen, zonder dat er blessures ontstaan. Binnen de gymlessen is het belangrijk dat er een veilige omgeving is waar kinderen fouten durven te maken om tot leren te komen. Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) benadrukt het belang van een veilige sportomgeving om sportdeelname te bevorderen en uitval te voorkomen. Het is daarom belangrijk om veiligheid als basis te stellen voor de lessen die wij aanbieden.

Kwaliteit

De kwaliteit van sportprogramma’s wordt bepaald door de structuur, inhoud en uitvoering ervan. Het regelmatig evalueren en bijstellen van lessen dragen bij aan een hoge kwaliteit. Daarnaast zijn de inspiratisessies ook belangrijk om met collega’s verschillende onderdelen bij langs te gaan en elkaar beter te maken. Het Nederlands Jeugdinstituut (NJi) stelt dat kwalitatief hoogwaardige sportprogramma’s leiden tot betere ontwikkelingsuitkomsten voor kinderen en jongeren.

Betrokkenheid

Betrokkenheid van zowel deelnemers als hun sociale omgeving versterkt de effectiviteit van sportprogramma’s. Ouders, verzorgers en gemeenschappen spelen een belangrijke rol in het stimuleren van actieve deelname en het creëren van een ondersteunende omgeving. Bovendien helpen gelijkwaardige groepen, bij groepen zoals de GLI, ook bij het ondersteunen van elkaar en om door te zetten. De deelnemers van de verschillende groepen die gedraaid zijn, bevestigen dit ook. Zij hebben tijdens het traject ontzettend veel aan elkaar en motiveren elkaar om door te gaan. Onderzoek gepubliceerd door het Mulier Instituut toont aan dat ouderbetrokkenheid een positieve invloed heeft op de sportdeelname van kinderen. Naast de persoonlijke betrokkenheid van de mensen om de sporter heen, vinden wij de betrokkenheid van de docent naar de school of BSO ook van meerwaarde. Weten wat er speelt op school, hierbij ondersteunen en inspelen op de groepsdynamiek horen hierbij. Bij de BSO is het een goede aanvulling om in te spelen bij het thema dat er is. De spellen kunnen hierop afgestemd worden, zodat alles wat er bij de BSO gebeurt in hetzelfde thema blijft.

Gespecialiseerde docenten

Het inzetten van gespecialiseerde en goed opgeleide docenten is van groot belang voor het succes van sportprogramma’s. Deze professionals beschikken over de nodige pedagogische en didactische vaardigheden om deelnemers op een veilige, effectieve en goede manier te begeleiden. De Koninklijke Vereniging voor Lichamelijke Opvoeding (KVLO) benadrukt dat vakbekwame docenten essentieel zijn voor kwalitatief hoogstaand bewegingsonderwijs. Sportservice Groep vindt dat een basis in de vorm van een opleiding in het sportwerkveld van belang is. Door de HBO opleiding ALO, de lerarenopleiding voor lichamelijke opvoeding en de MBO opleiding Sport & Bewegen te hebben afgerond, hebben de collega’s de kennis die zij moeten hebben. De kennis om als vakdocent gym aan de slag te gaan of als assistent vakdocent gym.

 

In het bijzonder verdienen kwetsbare groepen, zoals bewoners van asielzoekerscentra (AZC’s), extra aandacht. Voor deze doelgroep kunnen sport- en bewegingsactiviteiten bijdragen aan integratie, welzijn en het opbouwen van sociale contacten. Het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) onderstreept het belang van sportactiviteiten voor de ontwikkeling en het welzijn van de bewoners van het AZC’s. Naast deze doelgroep hebben ook inwoners die minder makkelijk bewegen, door  bijvoorbeeld een blessure, de juiste professionele begeleiding nodig om toch te kunnen bewegen. Kennis hiervan voorkomt blessures en zorgt dat iedereen op zijn/haar eigen niveau mee kan doen.

Bewegen met vertrouwen

Bewegen met vertrouwen is van essentieel belang, omdat het invloed heeft op hoe veilig, gemotiveerd en effectief iemand zich voelt tijdens fysieke activiteit. Vertrouwen speelt daarbij een rol op drie niveaus: in de trainer, in jezelf en in de omgeving.

  1. Vertrouwen in de docent

Als je vertrouwen hebt in je docent, durf je jezelf meer uit te dagen, durf je fouten te maken en volg je instructies makkelijker op. Dat sluit aan bij de behoefte aan verbondenheid, zoals beschreven in de Zelfdeterminatietheorie (Deci & Ryan, 2000). Wanneer sporters zich verbonden voelen met de trainer/docent, voelen ze zich veiliger en meer gemotiveerd. Dit komt te goede van de groepsdynamiek en de mate van veiligheid.

  1. Vertrouwen in je eigen kunnen

Vertrouwen in je eigen lichaam en vaardigheden zijn belangrijk om te durven bewegen, nieuwe dingen te proberen en door te zetten bij tegenslag. Dit sluit aan bij Bandura’s concept van self-efficacy: het geloof in eigen kunnen bepaalt of iemand een taak onderneemt, volhoudt en succesvol uitvoert (Bandura, 1997). Zelfvertrouwen verhoogt niet alleen de kans op succes, maar ook op plezier in bewegen. Plezier in het bewegen is belangrijk en met plezier houd je het ook langer vol.

  1. Vertrouwen in de omgeving

Een veilige fysieke en sociale omgeving verlaagt de drempel om te bewegen. Dit raakt aan het concept van psychologische veiligheid (Edmondson, 1999): de mate waarin iemand zich veilig voelt om te leren, fouten te maken en zich kwetsbaar op te stellen. In een sportcontext betekent dat: durven proberen, ook als iets (nog) niet lukt, zonder angst voor oordeel. Sportpedagogiek benadrukt dan ook het belang van een inclusieve en ondersteunende omgeving voor duurzaam sportgedrag (Vanden Auweele, 2005). Een veilige sfeer in de groep is ontzettend belangrijk.

Samenvattend zijn veiligheid, kwaliteit, betrokkenheid en gespecialiseerde docenten onmisbare elementen voor succesvolle sport- en bewegingsprogramma’s. Door aandacht te besteden aan deze pijlers kunnen organisaties een positieve en duurzame impact hebben op de gezondheid en het welzijn van hun deelnemers.

Bronvermelding:

  • Bandura, A. (1997). Self-efficacy: The exercise of control. New York: W.H. Freeman.
  • Deci, E. L., & Ryan, R. M. (2000). Self-determination theory and the facilitation of intrinsic motivation, social development, and well-being. American Psychologist, 55(1), 68–78.
  • Edmondson, A. (1999). Psychological safety and learning behavior in work teams. Administrative Science Quarterly, 44(2), 350–383.
  • Vanden Auweele, Y. (2005). Begeleiden van sporters: een pedagogische benadering. Leuven: Acco.